woensdag 23 februari 2011

In de war

Ik ben in de war. Na 40 jaar Nederlands-Gereformeerd zijn, schudden mijn Gereformeerde grondvesten. Hoe meer ik lees, nadenk en praat over datgene wat mij zo intens bezig houdt, des te meer ik vervreemd van mijn wortels. Datgene wat ik jarenlang gewoon aannam en slikte als zoete koek is geleidelijk aan niet genoeg meer.

Het kwam met de jaren. Toen mijn kinderen nog klein waren gingen ze, onschuldig als ze waren, nog gewoon zonder morren mee. Papa en mama gaan, dus wij gaan mee. Nu ze gaan puberen wordt dat anders. Er komt van alles op ze af, ze gaan met anderen mee naar de kerk, hebben veel 'ongelovige' vrienden en vriendinnen en ze staan dan ook met beide benen in de wereld.  Een kerkdienst is voor hun het synoniem van saai.  En ook al doet de dominee soms echt zijn best met een powerpoint of opwekkingslied, het komt gewoon niet aan. Natuurlijk is dat deels de leeftijd, toen ik zelf 15 of 17 was was ik met veel bezig maar zeker niet met opletten tijdens de kerkdiensten. Maar het is meer. Het is het niet aangesproken worden op jouw niveau. De dominee praat over zaken waar ze geen kaas van gegeten hebben, ze herkennen zichzelf er niet in. Daarmee begon, vreemd (of juist vanzelfsprekend) genoeg, voor mijzelf ook de vervreemding.

Een van de reacties van Nico-Dirk op een van mijn vorige blogposts was (even vrij vertaald)  dat we te veel van een kerkdienst verwachten. We overvragen het zelfs.  Dat het idee van een samenkomst heel Bijbels is, maar dat de manier waarop wij een gereformeerde kerkdienst vieren daar weinig mee te maken heeft. Ik vond dat wel een eye-opener. Ik denk zelfs dat dit een uitgangspunt kan zijn van waaruit je de dialoog met de kerkenraad en gemeenteleden aan kunt gaan.  Mijn man denkt daar anders over. Ook al is hij het er helemaal mee eens, hij gelooft niet dat je het instituut kerk zoals die bestaat in Nederland van binnenuit kunt veranderen. Hij is bang dat ik er moedeloos door zal raken en geschoffeerd zal worden. Ik vind dat ik het in ieder geval moet proberen. Vandaar de brief naar de kerkenraad. We zijn uitgenodigd voor een gesprek en willen deze uitnodiging graag aannemen. Ik maak me echter geen illusies. Maar toch wil ik eerlijk zijn. Eerlijk in mijn bedoelingen en oprecht in de woorden die ik spreek.

We hadden laatst een kerkdienst die niet zo goed bezocht werd. Onze dominee was 'not amused'. De zondag daarop sprak hij de gemeente vermanend toe. Hij vertelde dat hij het bedroevend vond hoe weinig gemeenteleden er in de dienst waren geweest. Ik vond ik het niet gepast om dat als dominee op deze manier te ventileren. Ik denk juist dat het zaak is dat hij, samen met de kerkenraad, zich afvraagt HOE HET KOMT dat er zo weinig opkomst was die zondag! Steek de hand eens in eigen boezem...



maandag 21 februari 2011

Open hart

Hoe kan het toch dat we met elkaar in de kerk zitten en ieder toch op zo'n andere manier luisteren? Mijn gebed voor/tijdens de dienst is vaak : "Heer, geef mij een open hart en open oren zodat ik hoor wat U wil zeggen".

Toch merk ik de laatste tijd steeds vaker dat ik afdwaal. Ik erger me aan bepaalde uitspraken. Kan het soms niet rijmen met wat ik in mijn bijbel lees. Ik kijk naar mijn jongens en zie hun verveelde gezichten. En ik wil het wel uitschreeuwen. Opstaan van mijn plaats en roepen: 'Mensen wordt wakker, waarom spreken we niet de taal van 2011?' 'Waarom laten we onze jongeren in de kou staan?'. Oké, we geven ze hun eigen jeugddienst, 1 keer in de zes weken, maar zou iedere dienst niet een jeugddienst moeten zijn? Zou iedere dienst niet door hen begrepen moeten worden?  Een opmerking die ik vaak te horen krijg van mede-kerkleden is : "Ik heb zelf ook het geloof behouden en in onze gemeente werd nog veel meer oudbollige taal gebruikt en werd er helemaal niets voor de kinderen gedaan" of " Ze moeten het maar gewoon leren dat ze moeten opletten, stil zitten en luisteren. Dan gaat het vanzelf een keer landen." Nou sorry, maar daar denk ik toch echt anders over.  Ik denk dat het puur genade is als je in een kerk als de onze als jongere je geloof behoudt.

De Here Jezus zegt in Markus 10:  Enkele moeder brachten hun kinderen bij Jezus. Ze wilden graag dat Hij ze zou aanraken, maar de discipelen traden daartegen op. Jezus zag het en nam hun dat kwalijk. "Laat die kinderen toch bij mij komen, houd ze niet tegen, want juist voor kinderen is het koninkrijk van God. Het is zelfs zo dat wie niet als een kind in het koninkrijk van God gelooft, er nooit kan komen." Hij nam de kinderen in Zijn armen, legde zijn handen op hun hoofd en zegende hen.

Laatst preekte er een gastpredikant die het wel begrepen had. Hij had een aansprekende powerpointpresentatie gemaakt en betrok de jeugd bij de dienst. Hij begon zijn verhaal met een intro van een film die momenteel in de bioscoop draait en betrok dat op een Bijbelverhaal. Mijn jongens zaten op het puntje van hun stoel om maar niets te hoeven missen. Terwijl ik met een blij en gelukkig gevoel de kerk uitliep zei ik tegen een gemeentelid: "Wat een prachtige dienst hé, zo zou het van mij wel vaker mogen zijn." Zijn reactie: " Van mij hoeft dat niet, al die heisa.Het sprak me niet echt aan"

Ik was sprakeloos. Hebben hij en ik dan met totaal andere oren geluisterd. Ging mijn hart open terwijl dat van hem zich sloot? Of heb ik met de oren van mijn jongens geluisterd. Werd mijn moederhart blij omdat er eindelijk iets gezegd werd voor mijn kinderen.

zondag 20 februari 2011

Verveeld of verwend Christendom

Vanmorgen besloten we (eigenlijk was het niet een echt besluit) dat we lekker bleven liggen. De kinderen vroegen nergens naar en knorden ook rustig verder. Om 10 uur gingen de broodjes in de oven, het theewater op het vuur en de eieren in de pan. We hebben uitgebreid ontbeten en genoten van al het lekkers en de rust die het gaf dat we niet weg hoefden. Geen kerkdienst vandaag en eerlijk gezegd ook weinig (wel een klein beetje) schuldgevoel.

We zijn als gezin veel in het buitenland geweest.Ook in landen waar weinig geloofsvrijheid was. Daar waren de mensen vaak verbaasd te horen welke oneindige mogelijkheden wij hadden om naar de kerk te gaan. We kunnen naar bijbelkring, cathegesatie, jeugdvereniging, jeugdclub, bidstond, 2 kerkdiensten per zondag, een Christelijke omroep met stichtelijke programma's, een Christelijke krant, het houdt niet op. Ze waren dan ook oprecht verontwaardigt als we zeiden maar 1 keer per zondag naar de kerk te gaan. 1 keer als je ook 2 keer kunt gaan? Onbegrijpelijk voor hen.

Ik denk niet dat zij zich ooit zullen afvragen of de dominee wel charismatisch genoeg preekt of dat ze geïrriteerd zijn omdat er geen powerpoint wordt gebruikt tijdens de preek.  Is verveeld Christendom dan niet eigenlijk vooral verwend Christendom? Zijn we niet gewoon zo gewend aan al de mogelijkheden die er zijn, dat we de rijkdom ervan niet meer ervaren?

Toch baal ik vaak van hoe een kerkdienst wordt vormgegeven.En baal ik van het gedrag van kerkmensen. Ik ben blijkbaar een verwend Christen.

zaterdag 19 februari 2011

Vernieuwing

Ik zou graag opnieuw beginnen met onze gemeente. Alles overboord gooien. Weg met gereformeerde kerktradities waar de jeugd (en ik eerlijk gezegd ook) niets mee heeft of van begrijpt. Terug naar de bijbel. Terug naar de kern. Waar draait het allemaal om. Een kerkdienst moet inspireren, uitdagen, opbeuren, wakker schudden. Als gemeente moeten we elkaar liefhebben, opbouwen, prikkelen, scherp houden en liefhebben zoals Jezus dat deed. Zonder veroordeling, zonder dwang, zonder schijnheiligheid, zonder leven weg te nemen.

Ik voel me al langer niet thuis in onze gemeente. Voel me een roepende in de woestijn. Ik voel dat het anders moet. Kerkleden leven langs elkaar heen en ik doe daar aan mee. Ik ben ruimdenkend, maar nog lang niet ruim genoeg. Ik veroordeel zonder mensen echt te kennen. Ik wil meer als Jezus zijn.

Ik zie mijn pubers met tegenzin naar de kerk gaan. Goddank gaan ze nog mee, maar voor hoelang? Geef ik ze wel het goede voorbeeld? Ik ga zelf ook lang niet altijd opgewekt en vol goede zin. Bij de preek haken ze af en zie ik hun gedachten wegdwalen. Wat de dominee zegt sluit niet aan bij hun leefwereld. De psalmen die we zingen, met zo af en toe een opwekkingslied, zeggen hen niets. Het is tale Kanaäns die ze niet doorgronden. Hoe kan het zijn dat we dit jaar in jaar uit blijven doen. Volgens hetzelfde stramien (wat in kerktaal een liturgie heet) wordt iedere zondag opnieuw dezelfde riedel afgedraaid. Het kan me niet langer boeien. Ik ben mijn Nederlands Gereformeerde wortels kwijt en verlang er niet naar ze terug te vinden.

Jezus is dichtbij. Ik weet dat hij echt is. Ik weet dat Hij leeft. Maar die Jezus heeft voor mijn gevoel niets te maken met de kerk. Mijn kerk.